Een mevrouw vindt op straat onder een auto een jong ‘fretje’. Ze pakt het op, legt het in een doos en belt ons. Als wij arriveren zien we dat het geen fretje is maar een boommartertje. Blijkbaar is het diertje meegereisd met een auto. Dan horen we gepiep… we kijken verder en het geluid blijkt uit een auto met een Duits kenteken te komen. We bellen bij verschillende woningen aan, echter zonder resultaat. We schakelen de politie in en zij weten gelukkig de eigenaar van de auto te traceren. Deze maakt de motorkap open en tot onze verbazing zien we nog een martertje in de auto. Het is lastig bij de marter te komen, maar met veel geduld weten we het diertje te lokken en snel in zijn kraag te grijpen. We nemen de dieren mee naar het hospitaal waar we ze eten geven. Daar vallen de beide kleintjes graag op aan.
Omdat het gaat om wilde dieren, nemen we contact op met Stichting de Toevlucht, een roofdieren en vogelopvang in Amsterdam. We kunnen de boommarters komen brengen. Bij de Toevlucht weet men te vertellen dat het om twee vrouwtjes gaat van ongeveer 5 weken oud. Ze zitten nu in de fase dat ze van melk overgaan naar vaste voeding. De dieren zullen de komende nog dagen binnen blijven. Daarna gaan ze naar een buitenverblijf met schuilhok en boomstammen op hun motoriek te oefenen. Ze krijgen dan muizen, kuikens en kattenvoer te eten. Daarna gaan ze naar een groter verblijf met nog meer boomstammen en leren ze ook jagen op prooidieren. Als ze groot genoeg zijn worden ze in de buurt van een populatie boommarters weer losgelaten.
Foto © Jos van Leeuwen