Je bent niet meer daar waar je was,
maar overal waar wij zijn. ❤️ ❤️ 🐏 ❤️ ❤️
Lies vertelt verder:
De deur van het dierenhospitaal werd door brombeer voor me open gedaan en ik stapte voorzichtig naar binnen. ‘Wat zijn dat nu voor rare palen en zoveel’, vroeg ik fluisterend.
Ouwe brombeer moest hard lachen. ‘Dat zijn stoelpoten Lies, en tafels. Dit is de kantine en ook soms les en vergaderruimte. Maar dat leg ik je nog wel eens uit.’
‘We gaan nu linksaf’, zei de ouwe, maar ik bleef stokstijf staan.
‘Wat is links?’, vroeg ik.
‘Gossie, zeg je moet nog echt veel leren, maar vooruit.. sjok maar achter mij aan.’
Braaf volgde ik de ouwe, opeens zag ik iets grandioos moois, wauw!! ’Mehhhh een toppie klimwand’, riep ik hard!
‘Sttttttttt’, fluisterde de ouwe, ‘niet zo hard, en dat is geen klimwand, maar dat heet een trap, om naar boven of naar beneden te lopen.’
‘Dat zeg ik toch’, fluisterde ik.
‘Laat maar’, zei brombeer, ‘ook dat leg ik later nog wel uit.’ En hij hield weer een deur voor me open. ’En nu echt stil hoor’, fluisterde hij. ‘Hier zit een kantoortje waar de hoofden dierenverzorging werken.’
Ik schrok me achttien peentjes… ‘Enkel maar de hoofden?’, fluisterde ik met overslaande mehhhh. Brombeer vergat het zachtjes zijn, en bulderde van het lachen.
‘Nee, gekkie… natuurlijk niet, maar zo worden de tweebeners genoemd die daar werken.’
Voorzichtig keek ik om de hoek, en inderdaad de mensen waren gelukkig nog helemaal intact. Ze zwaaiden even naar me, en praatten gewoon door in één of ander doosje. Een telefoon vertelde brombeer, die mijn verbaasde blik zag. Wat dat is weet ik nog steeds niet. Tjonge, dat valt niet mee hoor dat schrijven en al die moeilijke woorden onthouden.
Nu een paar dagen later probeer ik me alles te herinneren van mijn eerste avontuur, maar dat valt echies niet mee. Maar ik ga dapper verder……
O jee daar komt Floris, en wat kijkt hij ernstig, o neeeeeeeeee toch…… ‘Neeeeeeeeeeeeee…’, mekker ik luid.
‘Sorry, dat ik je onderbreek Lies maar dit verdient voorrang’, zei Floris.
‘Lieve mensen, hier de oude Floris met een verdrietig bericht…
Onze vriend Jay is niet meer. Ons oudere schaap, dat ruim vijf maanden geleden in een nachtelijk Zoetermeer zwervend werd aangetroffen, is dinsdag door de dierenarts uit zijn korte lijden bevrijd. De dagen ervoor ging het snel bergafwaarts met Jay. Hij kon bijna niet meer lopen en wilde ook niet meer eten. Behandeling met diverse medicijnen mocht helaas niet baten.
Wij zien hem nog binnenkomen, een gefrustreerde oudere gozer die het vooral in het begin voornamelijk had voorzien op de knieschijven van de verzorgers.
Iets wat wij soms, weliswaar heimelijk, wel een tikkie vermakelijk vonden. Echter nadat zijn ahumm mannelijke delen door een ingreep ietwat waren bewerkt werd hij een toffe gozer. Waarbij moet worden gezegd dat eten bij hem met stip op nummer één stond.
Wel bleek al gauw dat hij leed aan diverse mankementjes, onder andere mank lopen, hiervoor kreeg hij al dagelijks lichte pijnstilling. Verder hadden wij wel het idee dat hij zich bij ons redelijk senang voelde. Zelf zei hij daar niet zoveel over, en over zijn verleden wilde hij al helemaal niet praten.
Weer afscheid nemen van een maatje doet altijd pijn, maar ook ergens geruststellend dat een verder lijden hem bespaard is gebleven. Uiteraard missen we hem nu al. Hij bracht wat extra leven in de brouwerij, met zijn actief gehuppel en eindeloos gemehhhh.
Ramses staat naast me en zegt niet veel. Hij mompelde slechts zachtjes: ‘c’est la vie.’
Maar onze lieve jonge Lies is nu te erg aangeslagen, en moet dit nog verwerken. De traantjes druppelen over haar zwarte wangetjes. Ook de verzorgers zijn stil, en vinden het triest. Ze hadden hem zo graag nog zien slenteren en genieten volgend jaar op de nieuwe groene weides. En ik Floris, ik heb in al die jaren al zoveel maatjes en toffe gasten voor altijd zien vertrekken, verdrietig, maar vaak blijft de mooie en waardevolle herinnering.
En zoals Ramses terecht opmerkte: ‘c’est la vie’, maar missen zullen we je………
Dag lieve Jay Jay… 💔