Heer en Meester Sarygo

20 januari 2020

Je viel niet direct op door je uiterlijke schoonheid. Je zag er zelfs ietwat gehavend uit. Met littekens op je kop, scheurtjes aan je oren en een vreemdsoortig moddervlekje op je roze neus.

Je bijna okergele, grote, doordringende kijkers, intrigeerden mij echter wel. Zo ook je stevige en stoere lichaamsbouw. Je oranje hairdo was een twijfelgeval, ik ga liever voor donker of Robert Redford blond.

Een doetje was je zeker niet, eerder een strijdlustige doerak, dàt trok mij wel aan in jou.

Mijn voorkeuren had ik op een rijtje gezet:

  1. Een wat ouder en rijper type met levenservaring en een ondernemende geest.
  2. Onafhankelijk en avontuurlijk.
  3. Die stedelijk vertier kan missen als kiespijn.
  4. En geniet van het buitenleven met oog voor de schoonheid van de natuur.

Op slag gecharmeerd was ik dus niet, maar ik wilde deze uitdaging toch wel aangaan. Zo kwam jij in mijn leven: je was geen meeloper, eerder een wegloper. Zou je last van bindingsangst hebben? Wij zouden het samen gaan beleven!

Je werd niet zonder handschoenen opgepakt, je nagelafdrukken stonden reeds in menig onderarm getatoeëerd! Eén van de ervaren vrijwilligers duwde je met vaste hand het reismandje in. Onze rit van bijna twee uur kon beginnen. Wij zouden het Haagsche Landgoed Clingendael, waar de zetel van de Dierenambulance gehuisvest is, inruilen voor het Landgoed van Kasteel Groot Hoenlo te Olst aan de IJssel. En ik zou je temmen, zo had ik mij reeds voorgenomen.

Bij ons vertrek blies je venijnig en miauwde je klagelijk naar mij, maar het monotone geronk van de Mercedesmotor leek je tenslotte te sussen.

Om het kwartier reikte ik je speciaal meegebrachte picknick hapjes aan, die je je meer dan goed liet smaken. Het laatste half uur van deze tocht brachten wij samen zwijgend door. Het leek alsof je begreep, dat er iets spannends stond te gebeuren. De chaotische energie van de Randstad verwisselde zich voor de meer harmonieuze energie van de IJsselse uiterwaarden, heel voelbaar tijdens de oversteek van de IJsselbrug bij Deventer.

De drukte van de overbevolkte Scheveningse kustplaats – jouw geboortegrond – loste zich op en transformeerde zich in het Sallandse coulissen landschap. Toen ik je bij aankomst bij “Het Jachthuis” met hok en al uit de auto tilde leek je een stuk rustiger en minder agressief.

Ik stelde je voor aan Roeli, de huisbaas, die tevens jouw voedselvader zou worden. Een taak waar hij zich op zeer gedisciplineerde wijze van kwijt. Alle vorige daar woonachtige en inmiddels heengegane katten zouden dat met verve hebben bevestigd.

De eerste paar maanden gedroeg je je als een uitgehongerde wolf en was je focus gefixeerd op voer. Jouw liefde zouden wij dan ook alleen maar kunnen winnen via de maag, want aanhalen was er in den beginne niet bij. Wanneer wij dat voorzichtig probeerden sloeg je je scherpe klauwen naar ons uit en krabben kon je als de beste! De medewerkers van de Dierenambulance hadden mij al gewaarschuwd, dat de zenuwbanen in jouw wervelkolom nog zeer overgevoelig waren na de schedellifting die je in hun kliniek had ondergaan. Zij hadden je zwaargewond van de straat opgepikt en daarna bekwaam opgelapt en zorgvuldig verzorgd. Van knuffelen en kroelen was toen dus nog geen sprake. Na je twee weken binnenshuis te hebben gehouden mocht het kattenluik tenslotte open en werd je vogelvrij verklaard.

Je eerste voorzichtige pootafdrukken in de paradijselijke tuin van Roelfsema volgden wij aandachtig.  Deze plek en het huis, een eeuwenoude boerderij, inmiddels tot monument verklaard, zou jouw Hof van Eden worden. Veilig verafgelegen aan een zandpad, omringd door weilanden zou je gaan genieten van de prachtige, landelijke omgeving. Het geloei van Albers zijn koeien, het geronk van zijn tractor, het geklepper van de ooievaars, het getjilp van de vele vogels en het fluitsignaal van de treinen van het traject Zwolle-Deventer zouden je vertrouwd worden.

De daaropvolgende maanden gun je jezelf alle tijd om op onderzoek uit te gaan. De vele beukenhagen, de afwisselende beplanting, de volle struiken en hoge eiken vormen een doolhof waar het verstoppertje spelen is. Nachtenlang ben je soms spoorloos en keer je pas tegen het ochtendgloren van je mogelijke stroperijen terug. Regelmatig ligt jouw meegebrachte prooi dan triomfantelijk op de keukenvloer. Wat er ‘s nachts allemaal voor gespuis op het erf rondloopt, daar kan ik slechts naar gissen. Maar bezoeken van hazen en konijnen, vossen en reeën, en een verdwaald varken lijken mij niet vreemd. De jagersgeest in jou ontwaakt en je blijkt uitstekend in staat tot zelfverdediging.

Roeli benoemt je dan ook tot Opper Jagermeester van zijn wildgebied. Tot groot genoegen van de baas ruim je de overtollig aanwezige muizen, ratten en mollen op. Daar ben je tenslotte voor aangenomen! Dat het hier goed toeven is heb je inmiddels wel begrepen, bovendien zijn kost en inwoning gratis! Angst ken je niet en in geval van nood weet je deskundig van je af te slaan. De kleerscheuren in je vacht verraden ons dat.

Paniek slaat echter wel toe, wanneer je van tijd tot tijd je reishok in moet, voor bezoekjes aan de dierenarts. Iedere keer een uitdaging voor mij en een kwelling voor jou. Daarmee was je als dakloze, Schollekopse zwerver, in de Scheveningse haven onbekend.

In het begin griezelde je van iedere wat te intieme toenadering. Het gezelligst was het behagelijke plekje boven op mijn buik, wanneer ik liggend op de bank TV keek of een boek las. Zo ontwikkelde zich onze relatie langzaamaan en genoten wij steeds meer van elkaars aanwezigheid. Het duurde wel bijna anderhalf tot twee jaar voordat je je gewillig liet aanhalen en knuffelen. Je hele kattengedrag werd steeds socialer en het hoogtepunt van de dag werd ‘s avonds bereikt wanneer ik mijn schort voorbond om te kokkerellen.

Je had je vaste zitplek op het schapenvacht boven op de keukenbank en zo kon je tijdloos lang onbeweeglijk al mijn handelingen volgen om als een ware acrobaat hoog in de lucht te springen wanneer er zo af en toe een stukje vlees, vis of kaas jouw richting uit kwam. Je hengelde op koddige wijze het lekkers feilloos op. Je groeide uit tot een culinaire kenner en je had zo je favoriete voorkeuren voor de Aziatische keuken! Jawel, nasi, bami, kroepoek en zelfs mango stonden hoog op jouw hitlijst. Had je dat als straatkat langs de Scheveningse boulevard misschien toegeworpen gekregen of uit de vuilnisbakken gegraaid?

Zo breng je vele jaren in goede gezondheid in jouw Overijssels paradijs door. Je voelt je er Heer en Meester en bewaakt je landgoed met verve. Er breekt een periode van verassende gemoedsrust aan. Je weet je verzorgd en geliefd en krijgt steeds meer zelfvertrouwen. Geleidelijk aan vertraag je en kun je uren zitten turen naar het vogelgedrag zonder dat je ze hoeft te bejagen.

Terwijl ook jij met ons ouder groeit lijk je wat strammer en stijver te worden. Je verliest de behendigheid waarmee je de trap op en af rende. Dokter Karthaus van Dierenartsenpraktijk Olst-Wijhe constateert artrose en Roeli dient je vanaf dat moment een dagelijkse dosis medicijn toe, waarmee de gewrichtspijnen verdwijnen. Toch lijkt het einde onafwendbaar, wanneer zich meerdere en andere klachten aandienen. Bejaard als je bent weet je het nog een jaartje te rekken met veel hazenslaapjes tussendoor en aanzienlijk minder nachtelijke escapades.

Wanneer het Moederdag weekend zich aandient besluit ik die dagen bij je te waken. Zo zitten wij urenlang samen buiten in de voorjaarszon waarbij je waarachtig nog kunt spinnen. Op Zondag 12 Mei 2019 blaas je dan tenslotte je laatste dankbare adem uit. Wat een zegen bracht ons dit leven. Je transformeerde van een bijna onhandelbare, felle, wilde kater tot een aanhankelijke, liefdevolle en bijna invoelende vrijkop.

En wederom constateer ik, dat kattenpoten hun af- en indruk achterlaten in mijn H♥rt.

Deel dit bericht!

Meer verhalen

Help ons de dieren helpen!