Laatst kwam er een melding binnen vanaf het Scheveningse strand. Er zou een meeuw lopen met een gebroken vleugel. Vervolgens reed ambulancechauffeur Rutger uit om deze klus te klaren. Onderweg kreeg hij een belletje dat het geen meeuw betrof, maar een Jan-van-gent. Die was wel even een maatje groter. Sterker nog: Jan-van-genten zijn de grootste vogels van de Noordzee.
Als ze hun vleugels spreiden zijn ze zo’n 2 meter breed. Ze zwemmen en vliegen bijna hun hele leven rond op zee, alleen als ze gaan broeden komen ze aan land. Om op te stijgen heeft de jan-van-gent een goede wind onder de vleugels nodig. Aan land zou dat een lange aanloop betekenen, maar daar lopen deze vogels te ongemakkelijk voor. Daarom broeden jan-van-genten op steile kusten waar de harde zeewind door de rotswand omhoog gedreven wordt. Dan hoeven ze hun vleugels alleen maar te spreiden om door de wind op te worden getild.
Maar ergens was het met deze prachtvogel fout gegaan, want zijn vleugel bleek inderdaad gebroken te zijn. Rutger ziet de vogel zielig heen en weer lopen in de zee en moet denken aan hoeveel kracht de jan-van-gent in goede doen heeft. Hij spoort zijn prooi op vanuit de lucht en vangt de gespotte vis vervolgens met een ware stootduik: vanaf 30 meter duikt hij loodrecht in zee. Daarbij vouwt hij zijn vleugels naar achteren en steekt zijn snavel recht naar beneden. Zo stort hij zich met wel 100 kilometer per uur in het water. De enorme klap wordt opgevangen door een verstevigde schedel en een onderhuids luchtkussen, een soort airbag. Eenmaal onder water gaat de jacht gewoon door. De eerste vier meter knalt het levend projectiel nog door het water, maar daarna zwemt hij onder water achter de opgeschrikte vis aan.
Arme jan-van-gent. Van vissen komt er op deze manier weinig meer. Met wat geduld kon Rutger de vogel uit zee lokken en hem overmeesteren. Daarna werd de vogel overgebracht naar vogelasiel de Wulp, waar dit prachtdier alle zorg kreeg die het nodig had.
STEUN ONS! HELP ONS DE DIEREN HELPEN!